zaterdag 9 maart 2013

Gezond eten is het beste medicijn



We zeggen wel: ‘Je bent wat je eet’. Voeding heeft een directe invloed op ons lichaam, dus ook op onze gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat sommige voedingsstoffen de vatbaarheid voor bepaalde ziekten verminderen. Enkele voorbeelden.

Tuinbonen goed voor hart en bloedvaten
Naar het begin van dit item

Wat hebben tuinbonen met uw hart te maken? Meer dan u denkt, want tuinbonen barsten van het foliumzuur. Deze B-vitamine verlaagt het homocysteïnegehalte in het bloed. Als u te veel van deze stof heeft, loopt u verhoogde kans op hart- en vaatziekten. Voor iedereen is het verstandig om voldoende foliumzuur te eten. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid foliumzuur is 300 microgram. Hiervoor moet je per dag 200 gram tuinbonen eten. Foliumzuur zit niet alleen in tuinbonen, maar bijvoorbeeld ook in spinazie, spruitjes en broccoli.

Makreel tegen hart- en vaatziekten
Naar het begin van dit item

Er zijn twee soorten onverzadigde vetten: omega-6 vetzuren en omega-3 vetzuren. Allebei van het goede soort, maar ze moeten wel met elkaar in evenwicht zijn. En daar zit ‘m de kneep. Want van de ene ‘familie’ krijgen we veel meer binnen dan van de andere; van de omega-3 vetzuren het minste. Om de kans op hart- en vaatziekten te verminderen, is het verstandig om twee keer per week vis te eten, waarvan een keer vette vis.
Bovendien zijn die vetten in vis onontbeerlijk voor het goed functioneren van de hersenen. Het blijkt dat mensen die regelmatig vis eten minder kans hebben op dementie. De visvetzuren helpen voorkomen dat de bloedvaten naar de hersenen dichtslibben.
De vette vissoorten zijn ook rijk aan vitamine A en D. A is belangrijk voor de weerstand en het functioneren van de ogen. Vitamine D zorgt voor stevige botten en tanden.
Omega-3 vetzuren zitten in vette vissoorten als makreel, haring, zalm en paling. Sommige soorten olie en noten (vooral walnoten) bevatten ook wat omega-3 vetzuren. Omega-6 vetzuren zitten in zonnebloemolie, margarine en halvarine.
LEES VERDER