Passiefruit komt oorspronkelijk uit Braziliƫ. Van buiten ziet de vrucht met haar leerachtige paarse schil er misschien niet zo bijzonder uit, maar als je de vrucht opensnijdt lacht een vrolijk geheel van gele geleiachtige pitjes je tegemoet. Het is een vrucht die groeit aan een klimplant.
Een gerimpelde passievrucht is niet rot, maar juist perfect rijp. Een gerimpelde passievrucht is zoeter dan een strakke gladde passiefruit. In beide vormen kan de vrucht worden gegeten.
Als tussendoortje is de passievrucht zeer geschikt, het is verfrissend en zoetig. Passievrucht is rijk aan vezels en een bron van vitamine C. Het vruchtvlees is ook heerlijk met ijs, taart en andere nagerechten.
Een passievrucht bereiden is heel simpel: snijd de vrucht doormidden en lepel het frisse vruchtvlees zo uit de schil. De pitjes die tussen de gelei zitten, zijn eetbaar. Hoe gerimpelder de schil, hoe zoeter de passievrucht is. Als de schil glad is, kan de vrucht ook gegeten worden. Rijp de vrucht op kamertemperatuur en bewaar rijpe passievruchten enkele dagen in de koelkast.