donderdag 20 oktober 2011

Lekker en goedkoop eten in tien tips


Het nut van een boodschappenlijstje

Er wordt wel eens beweerd dat gezond en evenwichtig eten sowieso duur is. Niets is minder waar! Lees maar even deze tien tips die in het verleden hun nut hebben bewezen en die je ook vandaag makkelijk kunt toepassen.


1. Wat je zelf doet, is lekkerder
De heerlijke geur van warm brood in de keuken. Een broodoventje koop je tegenwoordig voor minder dan 100 euro. Wanneer je zelf brood bakt, verwen je overigens niet enkel je neus. Je bespaart ook geld én je bent zeker van een kwaliteitsproduct. Tests door diverse consumentenorganisaties laten geen twijfel mogelijk: wie drie broden per week bakt, heeft de investering voor zijn machine in minder dan een jaar terugverdiend. Een voordeel is dat je zelf kunt kiezen welk meel je gebruikt: volkorenmeel bijvoorbeeld bevat 2 tot 4 maal meer mineralen dan het klassieke meel dat in de handel wordt gebruikt. Een gelijkaardige redenering geldt voor een yoghurtmachine: die kost minder dan 50 euro en je bereidt er 8 natuuryoghurtjes mee voor een gemiddelde prijs van 1,50 euro. Ook een yoghurtmachine is dus een prima investering...


2. Het nut van een boodschappenlijstje
Wie zijn hersens gebruikt bij het boodschappen doen, kan heel wat geld besparen! De belangrijkste regel: ga nooit naar de supermarkt zonder een boodschappenlijstje en houd je eraan. Nog een slimme tip: laat je alleen verleiden door echte koopjes, zwicht niet voor valse verleiders.


3. Kijk uit voor commerciële lokkertjes
Vaak is het moeilijk om te weerstaan aan producten die alles doen om je te verleiden: bereide gerechten die u enkel nog hoeft op te warmen, lightkoekjes waarmee u uw geweten kunt sussen. Vaak te mooi om waar te zijn! Dergelijke producten zijn duurder en zeker niet per se gezonder. Neem nu lightkoekjes. Die mogen dan minder vet bevatten, je moet ook eens kijken naar de hoeveelheid suiker, of vice versa. Lightkazen bevatten dan weer weinig vet maar vaak ook weinig calcium. Bereide gerechten bulken van de vetstoffen en van het zout, substanties die de fabrikanten gebruiken om hun bereidingen meer smaak te geven. Besluit? Kook als dat kan je potje gewoon zelf! Je weet dan hoe vers de ingrediënten zijn, je bepaalt zelf de hoeveelheid suiker, vetstof en zout en je weet zeker dat je geen additieven of bewaarmiddelen binnenkrijgt. Bovendien zul je altijd goedkoper af zijn.


4. Doe je voordeel met hard discounters
Bij hard discounters (Aldi, Lidl,..) is het assortiment beperkt tot de basisproducten. Het aanbod is er minder ruim en dus kom je ook minder in de verleiding. Dat is logisch! Weinig personeel, presentatie zonder franjes, merkloze producten of van huismerken: alles is erop gericht prijzen te kunnen hanteren die lager liggen dan in de klassieke supermarkten. Waarom zou je daarvan niet profiteren? Kijk wel uit met spotgoedkope koekjes, quiches en gebakjes, die qua samenstelling en voedingswaarde zelden onberispelijk zijn (te veel additieven, suiker, zout en palmolie).


5. Elke week naar de markt
Is boodschappen doen op de markt echt goedkoper dan in een supermarkt? In principe wel: marktlui hebben minder kosten en nemen doorgaans genoegen met lagere winstmarges. Groenten en fruit koop je bij voorkeur bij mensen die ze zelf ook telen: zo ben je zeker van de beste kwaliteit. Nog een laatste truc: ga naar de markt tegen de tijd dat de handelaars zich beginnen klaar te maken om te vertrekken. Misschien doen ze hun onverkochte waren tegen een spotprijsje van de hand...


6. Kopen aan de bron
Heb je al gehoord van een groente- en/of fruitpakket? Het gaat om een abonnement bij een boer of tuinder die wekelijks (of om de twee weken) een pakket met diverse groenten en vruchten van het seizoen samenstelt. Het systeem bestaat ook voor zuivelproducten en vlees. Je haalt je pakket af bij de producent of een afhaalpunt in je buurt. Een prima manier om de lokale producenten te steunen: er komen aan het systeem geen groothandelaars, geen aankoopcentrales en geen distributeurs te pas. Bovendien krijg je verse seizoenproducten én zet je af en toe ook minder voor de hand liggende groenten en vruchten op tafel, aangezien het pakket voor je wordt samengesteld. Vaak bevat een groentepakket ook nuttige informatie en recepten om met de inhoud aan de slag te gaan. Of je via dit systeem minder betaalt dan in de supermarkt? Niet echt: het is de bedoeling de landbouwers een correcte prijs te betalen en hen niet te verplichten om hun producten te verkopen tegen dumpprijzen zoals in het klassieke circuit. Maar je bent hoe dan ook zeker van producten die qua kwaliteit en voedingswaarde in orde zijn! Meer info via http://www.groentepakket.info/.


7. Op ontdekking in je voorraadkast
Check geregeld de inhoud van je voorraad- en koelkast. Ten eerste vermijd je op die manier dat je houdbaarheidsdata uit het oog verliest. Volgens recente cijfers zou een modaal gezin elk jaar gemiddeld voor ruim 170 euro aan ongebruikte levensmiddelen wegwerpen. Wat een verspilling! Ten tweede zul je vaststellen dat je nog heel veel in huis hebt om mee te kokkerellen, zodat je minder moet aankopen. En ten derde kun je checken of je nog wel voldoende conserven in voorraad hebt. Want de voordelen van conserven zijn legio: je kunt ze gewoon in een kast bewaren, ze zijn onklopbaar qua prijs (sperzieboontjes in blik zijn bijvoorbeeld drie- tot viermaal goedkoper dan verse), de inhoud blijft tot drie jaar goed en kan bogen op dezelfde voedingswaarde (bijv. qua vitamines, mineralen) als verse levensmiddelen. Een hele lijst troeven waarvan er overigens ook een aantal gelden voor diepvriesproducten: ook daarvan sla je het best een (niet-bereid) voorraadje in. Maak van de inspectie van je voorraadkast gebruik om de recepten te lezen op de verpakkingen van pasta, rijst en linzen: vaak vind je daar slimme tips voor makkelijke en goedkope bereidingen!


8. De voordelen van een weekmenu
Na de inventaris is het tijd voor de planning. Probeer een menu op te stellen voor de hele week. Niet altijd evident – dat klopt – maar deze aanpak heeft alleen maar voordelen. Ten eerste kun je erop toezien dat je evenwichtig eet (enkele dagen geven een beter overzicht dan 24 uur). Een calorierijke maaltijd op maandag compenseer je door op dinsdag lekker licht te koken. Ook voor de boodschappen is zo’n weekmenu handig: je hoeft niet te improviseren, doet geen nutteloze uitgaven en koopt geen producten die je uiteindelijk niet gebruikt.


9. Back to basics
Om in een wip gezonde, smakelijke en goedkope gerechten op tafel te zetten, hoef je heus geen keukenprins(es) te zijn! Eenvoudige recepten vind je overal: soep bijvoorbeeld is een klassieker. Of sla: ideaal om er allerhande koelkastrestjes of conserven onder te mengen - tonijn, kidneybonen, tomaat, avocado, krab, schelpjespasta... - en zo een gevarieerde maaltijd te improviseren. Pasta is trouwens, net als rijst, een gedroomde bondgenoot in de keuken. Ze zijn allebei in een wip klaar en kunnen het uitstekend vinden met de meest diverse levensmiddelen: van rauwe tomaat in blokjes, via reepjes ham of ui tot erwtjes en geraspte kaas.


10. Een eigen moestuin
Je hebt groene vingers en je droomt ervan om je eigen groenten te kweken, het liefst met zo weinig mogelijk pesticiden en kunstmest? Zelfs als je in de stad woont, is dit een haalbare kaart! Nogal wat steden verhuren aan de rand van de stad volkstuintjes. In ruil voor een bescheiden bedrag – vaak minder dan 50 eurocent per vierkante meter per jaar – kun je zo’n tuintje huren en er zelf tuinieren. In de meeste steden geldt wel een huishoudelijk reglement met onder meer richtlijnen over welke constructies en welke bemesting toegelaten zijn. Maar in je portemonnee zul je het verschil beslist voelen: een gezin van 6 personen kan met een moestuin van 600 m2 jaarlijks tot 3500 euro besparen. Indrukwekkend, toch?