Een beetje geschiedenis: een ananas is de vrucht van een tropische plant. Europese ontdekkingsreizigers voerden de ananas al in de 16de eeuw in vanuit Zuid-Amerika. Vandaag komen ananassen vooral uit de Antillen en Afrika, waar ze geoogst worden tijdens de zomer van het zuidelijk halfrond. Hier op het noordelijk halfrond eten we ananas dus in de winter.
Ideaal tegen winterverkoudheidjes
Sappig en vol vitamine C: ananassen zijn ideaal tegen winterverkoudheidjes. Maar ze bevatten ook pro vitamine A en vitamine E en dat helpt ons dan weer tegen huidveroudering en aan anti-oxidanten. Daarnaast krijg je ook kleine hoeveelheden mineralen zoals kalium, natrium, magnesium en fosfor binnen.
Goed voor je darmen
Van ananas word je niet dik. Let er wel op dat je geen ananas uit blik eet, want die zwemt in de siroop.
Ananassen zijn rijk aan vezels en dat is erg goed voor je stoelgang. Dankzij het enzym bromeline bevordert ananas ook de spijsvertering. Het is dus een perfect dessert na een rijke maaltijd! Snij je de ananas in schijfjes, laat de bittere kern dan liggen.
Lekker combi’s
Ananas is ook heerlijk in een (vruchten)salade of op een pizza met ham. Want inderdaad: je kunt ananas vers eten, maar ook gekookt of gebakken. Denk maar aan cake, crumble en zelfs bij vis… mogelijkheden te over!
