“Snoep verstandig, eet een appel” – fruit is natuurlijk hartstikke gezond.
Maar je moet wel een beetje oppassen als je fruit eet en niemand zomaar alles in
je mond stappen. Je kunt namelijk ook heel ziek worden van fruit. Let daarom op
de volgende dingen.
Schillen heeft weinig zin
Veel mensen geloven dat een geschild appeltje gezonder is.
Bestrijdingsmiddelen zitten immers aan de buitenkant, denken ze. Maar dat is een
misverstand. In fruit kunnen soms resten van bestrijdingsmiddelen voorkomen. Die
zitten niet alleen op de schil, maar ook in het fruit zelf. Het risico voor de
gezondheid is echter heel klein. Geen of te weinig fruit eten is ongezonder.
Bovendien zitten de meeste vitamines en andere gezonde stoffen in en vlak onder
de schil. Goed wassen is wel verstandig, want net als op groente kunnen op fruit
bacteriën, parasieten en virussen voorkomen. Maar schillen is dus niet nodig.
Citroenrasp
In veel gerechten is een beetje
citroenrasp – dat is rasp van de citroenschil – erg lekker. Bovendien is het
gezond: er zit heel veel vitamine C in. Maar pas op: citrusvruchten zijn
behandeld met schimmelwerende middelen. Resten daarvan kunnen nog op de schil
voorkomen. Als je de schil van een citroen of sinaasappel wilt raspen, is het
dus belangrijk de vruchten eerst heel goed te wassen.
Schimmel?
Weggooien!
Van fruitschimmel kun je heel erg ziek worden. Dus
beschimmeld fruit kun je maar beter weggooien, al is er maar één schimmelplekje
te zien. Schimmel kan zich makkelijk verspreiden en is niet altijd zichtbaar.
Rotte plekken kun je daarentegen wegsnijden; de rest van het fruit kun je dan
nog eten. Fruit kun je trouwens het beste gescheiden van elkaar bewaren om
voortijdig bederf te voorkomen.
Bosvruchten
Aan
het eind van de zomer zul je ze vast weer langs de kant van de weg zien staan:
struiken vol rijpe bramen. Heerlijk natuurlijk, maar als je wilde, ongewassen
bramen eet, loop je het risico besmet te worden met de vossenlintworm. Voor
wilde frambozen en bosbessen geldt hetzelfde. Zwangere vrouwen moeten bovendien
opletten voor toxoplasma, die ook kan voorkomen op bosvruchten. Wassen neemt
niet alle risico's weg. Koken, door bijvoorbeeld jam van de bramen, bosbessen en
frambozen te maken, vernielt wél alle ziekmakers.